Op deze pagina vindt u een beschrijving van de eisen waaraan het reglement van een geschilleninstantie in de zorg moet voldoen om erkend te worden door de minister van VWS.

Het reglement bevat de onderstaande onderdelen:

Overzicht met reglementeisen
OnderdeelWetsartikel Wkkgz of uitvoeringsregeling Wkkgz
Uit het reglement blijkt dat de geschilleninstantie uitspraak doet over een geschil door middel van een bindend advies.Artikel 20
Uit het reglement blijkt dat de geschilleninstantie een schadevergoeding mag toe te kennen tot in ieder geval een bedrag van € 25.000,-Artikel 20

Uit het reglement blijkt dat een geschil schriftelijk of elektronisch kan worden voorgelegd door:

  • een cliënt;
  • een nabestaande van een overleden cliënt;
  • een vertegenwoordiger van de cliënt;
  • een persoon die door de zorgaanbieder ten onrechte niet als vertegenwoordiger is beschouwd en de instelling de klacht hierover in onvoldoende mate wegneemt;
  • een stichting of vereniging met volledige rechtsbevoegdheid, mits een belang in het geding is dat de stichting of vereniging volgens haar statuten behartigt.
Artikel 21

Uit het reglement blijkt dat een geschil schriftelijk of elektronisch kan worden voorgelegd als:

  • er is gehandeld in strijd met de interne klachtenregeling van de zorgaanbieder;
  • het door de instelling ingestelde onderzoek de klacht in onvoldoende mate wegneemt;
  • van de indiener van het geschil in redelijkheid niet kan worden verlangd dat hij onder de gegeven omstandigheden zijn klacht bij de zorgaanbieder indient.
Artikel 21, lid 1
Uit het reglement blijkt dat de geschilleninstantie uiterlijk binnen zes maanden na de voorlegging van het geschil uitspraak doet.Artikel 21, lid 1
Uit het reglement blijkt dat de geschilleninstantie op korte termijn een uitspraak doet in de gevallen waarin dat, gelet op de aard van het geschil en de daarbij betrokken belangen, nodig is.Artikel 21, lid 2
Uit het reglement blijkt dat de geschilleninstantie de uitspraken over de voorgelegde geschillen openbaar maakt.Artikel 21, lid 3
Uit het reglement blijkt dat wanneer partijen twijfelen aan de onpartijdig of onafhankelijk oordeel van een lid van de geschilleninstantie, zij de mogelijkheid tot wraking hebben.Artikel 6, lid 7

Het reglement bevat bepalingen over:

  • de wijze waarop een geschil kan worden voorgelegd;
  • de termijn waarbinnen dit kan plaatsvinden;
  • het bedrag dat daarvoor betaald moet worden.
Artikel 6, lid 1 sub a
Het reglement bevat bepalingen over de wijze waarop de wederpartij op de hoogte wordt gebracht van het geschil en de behandeling van het geschil.Artikel 6, lid 1 sub b

Het reglement bevat bepalingen over de mogelijkheid voor alle betrokken partijen om:

  • hun standpunt mondeling of schriftelijk, eventueel met bijstand van derden, kenbaar te maken;
  • kennis te nemen van alle standpunten en alle feiten die door de andere partij naar voren zijn gebracht;
  • kennis te nemen van alle standpunten en alle feiten van eventuele verklaringen van getuigen en deskundigen.
Artikel 6, lid 1 sub c
Het reglement bevat bepalingen over de mogelijkheid om een deskundige een advies te laten uitbrengen.Artikel 6, lid 1 sub d
Het reglement bevat bepalingen over de mogelijkheid om getuigen en deskundigen te horen.Artikel 6, lid 1 sub e
Het reglement bevat bepalingen over de manier waarop de besluitvorming over het geschil plaatsvindt.Artikel 6, lid 1 sub f
Het reglement bevat bepalingen die de geschilleninstantie de mogelijkheid geven om partijen in de kosten van de behandeling van een geschil te veroordelen en hiervoor een maximumbedrag vast te stellen.Artikel 6, lid 1 sub g
Het reglement bevat bepalingen over de vorm, de inhoud en de bekendmaking van de uitspraak en over de termijn waarbinnen de uitspraak wordt gedaan.Artikel 6, lid 1 sub h
Het reglement bevat bepalingen over de procedure die wordt gevolgd bij het benoemen van een lid van de geschilleninstantie.Artikel 7, lid 1 sub a
Het reglement bevat bepalingen over de procedure die wordt gevolgd bij het aanwijzen van de leden van de geschilleninstantie die het geschil gaan behandelen.Artikel 7, lid 1 sub b

In het reglement is opgenomen dat de uitspraak:

  • onderbouwd moet zijn met redenen;
  • moet zijn ondertekend;
  • schriftelijk aan alle partijen moet worden meegedeeld;
  • elektronisch openbaar moet worden gemaakt.
Artikel 6, lid 2
Het reglement waarborgt dat de geschilleninstantie bij de behandeling van een geschil bestaat uit één lid of uit een oneven aantal leden. Bestaat de geschilleninstantie uit één lid, dan moet dit lid meester in de rechten zijn. Bij meer dan een lid dan moet de voorzitter dit zijn.Artikel 7, lid 2
Het reglement waarborgt dat bij de samenstelling van de geschilleninstantie geen van de bij het geschil betrokken partijen een bevoorrechte positie krijgt.Artikel 7, lid 3 sub a

In het reglement kan worden bepaald dat:

  • de geschilleninstantie bevoegd is een geschil niet in behandeling te nemen wanneer degene die het geschil aanhangig heeft gemaakt naar haar oordeel geen redelijk belang heeft bij een uitspraak van de geschilleninstantie;
  • er voor te onderscheiden categorieën van geschillen verschillende regels zijn;
  • de geschilleninstantie bevoegd is op gezamenlijk verzoek van alle betrokken partijen een voorlopige uitspraak te doen;
  • de geschilleninstantie bevoegd is een minnelijke schikking tussen partijen te beproeven alvorens een uitspraak te doen.
Artikel 6, lid 3, 4, 5, 6